Op een veiling in Brussel bemachtigde het Abdijmuseum een pareltje. Toch ziet het er niet zo uit op het eerste gezicht: een boek met een kaft van geel perkament en op de rug een opschrift op beschadigd papier.

Tot je het boek openslaat vol verwijzingen naar de Duinenabdij en zelfs een persoonlijke vermelding van abt Campmans.

Eerst wat we binnen aantreffen: tien aparte drukwerken, variërend van slechts enkele pagina’s tot meer dan 100 bladzijden. Wellicht zijn ze in de jaren 1620-1622 van de persen gerold bij drukkerij Plantijn-Moretus in Antwerpen. Het zijn teksten die te maken hebben met de overlijdens van vooraanstaande religieuze of wereldlijke vorsten: aartsbisschop Matthias Hovius (†1620), aartshertog Albrecht (†1621) en koning Filips III (†1621). In bloemrijke Latijnse verzen wordt hun leven geschetst, hun deugd geprezen of hun heengaan betreurd… Eentje ervan is van de hand van Antonius Sanderus, de priester die later bekend zou worden door zijn magistrale Flandria Illustrata. Een ander werd gepubliceerd door Albertus Miraeus, een man die talrijke oorkonden zou uitgeven, ook van de Duinenabdij.

Verwijzingen naar de Duinenabdij

Het eerste drukwerk uit de bundel, commentaren op het leven van aartshertog Albrecht door Miraeus, is 108 pagina’s lang. Op het titelblad staat twee keer dat het eerste stuk, en wellicht heel de bundel, uit de bibliotheek van de Duinenabdij komt, één keer zelfs met de datum 1631. Met daarbovenop het Duinenkruisje, een stempeltje dat de abdij in haar boeken zette.

De Latijnse tekst die erop werd gezet, maakt het nog interessanter. Er staat dat de eerbiedwaardige heer Bernardus Campmans, abt van Ten Duinen, dit werk in 1628 als inspiratie voor een deugdzaam leven gaf aan frater Hieronymus Ghuize. De Guyse was een monnik die rond 1620, onder Campmans’ voorganger, intrad in de abdij (die zich toen op Ten Bogaerde uitbouwde). Hij was afkomstig van Brugge en stierf in 1630. Veel meer weten we niet over hem, maar de tekst met het jaartal 1631 toont aan dat dit boek na zijn overlijden in de abdijbibliotheek belandde.

Waarschijnlijk was dit werk in Koksijde aanwezig tot de gemeenschap in 1627 naar Brugge trok. Campmans behoorde beslist tot de kringen waarin dergelijke drukwerken circuleerden. Heeft hij ze laten samenbinden? Een jaar na de verhuis gaf hij het boek dan een nieuwe bezitter en toen die overleed, belandde het in de abdijbibliotheek. Wat er nadien met dit volume gebeurde, blijft een raadsel. Voor het Abdijmuseum vormt de bundel een mooie aanwinst die betrekking heeft op de grote abt en de laatste jaren van de Duinenabdij in Koksijde.