Januari 1915. 12 geniesoldaten komen vanuit Calais aan bij de abdijhoeve Ten Bogaerde. Op 3 drassige weiden langs de baan Koksijde-Veurne effenen ze de grond, dichten ze sloten en hakken ze populieren om.

Begin maart is het terrein operationeel. Lees: een grasmat met tenten en barakken. Toch volstaat het om de 1e verkenningsvliegtuigen te laten landen. Tij-dingen neemt je mee naar een voor velen onbekend, maar belangrijk stukje lokale (oorlog)geschiedenis.

Belgische primeurs

  • Maart 1915: 3 smaldelen nemen hun intrek. Het 1e Smaldeel krijgt een aparte jachtafdeling en groeit uit tot het 1e jachteskader van België
  • 17 april 1915: Kapitein Fernand Jacquet schrijft geschiedenis door boven Esen-Zarren (Diksmuide) een Duitse Aviatik neer te halen, de 1e bevestigde Belgische overwinning in de lucht.
  • 1916: Het smaldeel wordt officieel 'Première Escadrille de Chasse' genoemd, het startschot voor de latere Belgische Luchtmacht.

Leven in de schaduw van de IJzer

Het veld ligt op nauwelijks 8 kilometer van de loopgraven. Dagelijks stijgen Farmans, Blériots en later Nieuports op voor artilleriewaarneming. ’s Nachts slapen piloten in Villa Hôtel des Dunes of in eenvoudige barakken, terwijl mecaniciens bij het licht van petroleumlampen aan motoren sleutelen.

Duitse waarnemers ontdekken het veld al in hetzelfde jaar. Artilleriebeschietingen volgen. Het zwaarste bombardement, in de nacht van 8 op 9 september 1916, legt 2 hangars in de as en verwoest de fotosectie.

Internationale passage

Vanaf juni 1916 duiken ook Franse Caudrons en Britse Sopwiths op. In RNAS-documenten wordt Ten Bogaerde telkens Furnes Aerodrome genoemd, 1 mijl boven Veurne. Hun opdrachten: luchtoverwicht creëren, kustpatrouilles uitsturen en vooral: het onderscheppen van Gotha-bommenwerpers op weg naar Engeland.

De iconische Sopwith Triplane vliegt hier zijn 1e operationele sorties. Later arriveren Pup- en Camel-jagers.

Van frontlijn naar achterlinie

Na een zware artillerieaanval, in februari 1917, besluit de Belgische legerleiding een veiliger veld in De Moeren te bouwen. Het 1e Smaldeel verhuist al in december 1916, het 2e volgt in februari 1917 – het 3e pas eind mei. Britse squadrons blijven Ten Bogaerde nog gebruiken tot november 1917. Vanaf dan is de afstand te groot en wordt het veld verlaten.

Echo’s uit het verleden

Wie vandaag via de Ten Bogaerdelaan rijdt, ziet geen spoor van die hangars of startbanen. De abdijhoeve staat er wel nog en doet nu dienst als cultuurhuis, exporuimte en brouwerij. De site is beschermd erfgoed en vormt samen met de Grote Schuur een toeristische trekpleister: Kunstencentrum Ten Bogaerde.

Door de aanleg van het veld verdwenen eeuwenoude houtkanten en akkerpatronen. Dat open uitzicht is tot vandaag zichtbaar in het polderlandschap. Deze bodemkundige grens tussen polders en het duinfront, de duinpolderovergang, is beschermd.

Een gedenksteen bij de hoeve eert Belgische, Franse en Britse piloten van beide wereldoorlogen.

Van pioniersterrein tot moderne basis

Ironisch genoeg tekenen de Duitsers in 1940 opnieuw een vliegveld uit op dezelfde landbouwgronden. Na 1945 groeit dat uit tot de huidige Koksijde Air Base, latere thuisbasis van Sea King- en NH90-helikopters. Zo loopt er een rechte lijn van de geïmproviseerde grasweide van 1915 naar de reddingshelikopters die vandaag boven onze zee waken.

De weide bij de abdijhoeve gaf Koksijde een plaats op de luchtvaartkaart, lanceerde het 1e jachteskader en toonde hoe innovatie zelfs in oorlogstijd wortel schiet. 110 jaar later is het verhaal nog altijd levendig.

Uitbreiding

Dodelijk slachtoffer

Het 1e vliegtuig dat wil landen – bestuurd door piloot Lagrange – crash. Het toestel blijft met zijn staartstuk hangen aan een rij hoge populieren. Lagrange wordt verpletterd onder zijn vliegtuigmotor en overlijdt. De overgebleven populieren zijn allemaal omgehakt.

August Vandamme

De Nieuwpoortenaar leert voor automechanicus en moet in het begin op een duintop post vatten om de winsterkte te meten voor de vliegtuigen die willen opstijgen. Al snel mag August sleutelen aan de motoren. Henri Crombez senior zet hem er zelfs toe aan om zijn brevet van vliegtuigmecanicien af te leggen. Zo wordt hij één van de eersten die dit brevet behalen.

1e smaldeel

Arsène Demanet (31 jaar) wordt tot de allereerste bevelhebber van de basis in Koksijde (tot half december 1916) benoemd. Fernand Jacquet is zijn opvolger. Het escadrille (kleine eenheid binnen een luchtmacht, vaak met een beperkter aantal vliegtuigen dan een squadron, red.) bestaat uit 4 vliegtuigen van het type Farman en 1 Nieuport-toestel - , een Frans toestel aangepast door Eduard de Nieuport. In het begin worden de vliegtuigen 's nachts gewoon onder tenten gezet.

40 personen maken deel uit van het escadrille: 4 piloten en de rest hoofdzakelijk mecaniciens waaronder heel wat burgers. 1 van die mecaniciens is August Vandamme. Getuige van de crash van Lagrange: "Het plein Ten Bogaerde werd gedoopt met een dodelijk ongeval. Een Waal noemde dat het 'Le baptème du sang'. Het betrof een jonge burgerpiloot, oorlogsvrijwilliger, door ons allen gekend als 'le petit Lagrange'."

Steeds meer vliegtuigen

Onder leiding van luitenant Yseranten wordt een 2e escadrille opgericht. Zij vliegen met vliegtuigen van het type Blériot. 1 van de leden? De Anwerpenaar Jan Olieslagers - bijgenaamd 'Le démon Anversois'. Jan had als motorrijder (in 1901) het wereldsnelheidsrecord gebroken met 80 km/u. Later zet hij als luchtvaartpionier heel wat wereldrecords voor langste vlucht op zijn naam. Tijdens WO I maakt hij 491 vluchten en haalt 6 vijandelijke toestellen neer. Na de oorlog staat hij aan de wieg van de Internationale Luchthaven Antwerpen.

Onder aanvoering van luitenant Dhanis wordt ook escadrille nummer 3 geboren. Dit escadrille ligt het dichtst bij de abdijhoeve en bestond uit vliegtuigen van het type Voisin. Dit is geen gevechtseenheid. Hun taak? Als observators door de lucht klieven.

Later strijken ook Britse en Franse vliegtuigen neer op het vliegveld. Op sommige dagen staan 35 tot 40 toestellen op het vliegveld. Uitzonderlijk veel in die tijd. De tenten maken plaats voor hangars van het type Bessonneau, van Franse makelij - grotendeels in hout en gemakkelijk verplaatsbaar.

Victoor Ticket getuigt:

"De Fransen en Belgen zaten vooraan met hun tweedekkers en de Engelsen achteraan met hun driedekkers." Het meest van is hij onder de indruk van de grote zeppelin die hij voorbij zag passeren om bommen te werpen in de wei. Ten Bogaerde was regelmatig het doelwit van Duitse bombardementen of van veldgeschut uit de Duitse linies. De Duitse piloten hebben hun basissen in Aartrijke en Mariakerke (Oostende). Op 26 februari 1915 zijn al bommen geworpen op het vliegveld. 2 Franse soldaten komen om. De abdijhoeve wordt gelukkig maar sporadisch en gedeeltelijk getroffen.

Piloten zijn mensen uit de elite: adel of rijke industriëlen. Wist je dat ze eerst in Sint-Idesbald (Hotel des Dunes) of in de omliggende villa's slapen? Meestal kregen ze een eigen legerauto met bijhorende chauffeur.

Bronnen

  • Leven en dood in Koksijde Veurne-Ambacht in WO I - Marc Vanden Bussche
  • Bron: 80 jaar Vliegveld Koksijde - Willy Vilain