Tij-dingen sprak met Ingrid Jonckheere, natuurgids bij het Duinenhuis en lid van de Strandwerkgroep.

Zij is één van de ontdekkers van deze nieuwe diersoorten.

Tij-dingen: Jullie ontdekten op korte tijd vijf nieuwe diersoorten – waaronder drie in Koksijde. Hoe uitzonderlijk is dat?
Ingrid Jonckheere:
“Een nieuw zeedier ontdekken voor België gebeurt zeker niet elke dag en ook niet ieder jaar. Een nieuwe soort voor de Noordzee vinden, zoals de pissebed, is nog meer bijzonder. Dat we drie van de vijf nieuwe soorten in Koksijde vonden, komt door verschillende factoren. Enkele leden van de Strandwerkgroep zijn heel actief en onderzoeken overdag en soms zelfs ‘s nachts het aanspoelsel op het strand. Ja, ook ‘s nachts. Aarön Fabrice de Kisangani vond de eerste snavelneut toen hij rond middernacht met zijn zaklamp het strand van Oostduinkerke afspeurde. Ook de kruiers werken samen met ons en geven ons de kans om hun buit te onderzoeken. Daarnaast spelen de zeestromingen en de nabijheid van de IJzermonding en de Franse kust ook een rol.”

T-d: De namen van de nieuwe soorten doen nogal griezelig aan. En het heremietzakje en de isopode hebben ook een griezelige levenswijze. Richten ze schade aan bij hun gastheer?
Ingrid:
“Het kleine heremietzakje vertakt zich in het lijf van de heremietkreeft. Eenmaal in het lichaam spuit ze stoffen in die de hormoonhuishouding van de kreeftjes verstoren. Daardoor krijgen de  mannelijke exemplaren vrouwelijke kenmerken en kunnen ze niet meer vervellen. De enige functie van de gastheer is dan nog de parasiet voeden. Vissen die het slachtoffer zijn van parasitaire pissebedden leven gewoon door. De pissebedden leven van het bloed van de vissen en daardoor groeien die vissen minder goed. De soort die ik vond op de kleine pieterman bijt zich vast in de tong en zou zelfs de tong afbijten, al kon ik dat nog niet vaststellen. Het exemplaar dat ik vond – met twee pissebedden in de bek – had wel nog een tong. Sowieso zal eten met twee gasten in je bek een hele karwei zijn.”

Wereldwijd worden jaarlijks 2.000 nieuwe zeedieren ontdekt

T-d: Welke soort vind je zelf het meest bijzonder?
Ingrid:
“Het lijkt misschien wat griezelig, maar de levenswijze van de pissebed vind ik heel boeiend. Ik hoop – van zodra onze kruiers weer de zee in gaan – nog enkele exemplaren te bestuderen.”

T-d: Verwacht je om op korte termijn nog meer nieuwe soorten te ontdekken op ons strand?
Ingrid:
“Hoe meer we zoeken, hoe groter de kans om iets te vinden. Vaak zijn het uitheemse soorten die onze Noordzee veroveren en op ons strand terechtkomen. Ze bereiken onze kust via ballastwater van schepen of door een menselijke activiteit zoals het kweken van schelpdieren. Ze planten zich, soms als gevolg van de opwarming van de zee, hier dan voort. Een aantal van deze soorten zijn zeer invasief (binnendringend, red.) en dit zou voor de recent gevonden snavelneut ook wel het geval kunnen zijn. Andere hebben dan weer minder impact op andere soorten of op de omgeving.”

Hoe meer we zoeken, hoe groter de kans om iets te vinden

T-d: 85 procent van de bodem van onze oceanen is nog niet in kaart gebracht. Geldt dat ook voor onze Noordzee? Of heeft die bijna geen geheimen meer?
Ingrid:
“De Noordzee geeft zeker nog niet al zijn geheimen prijs. Wereldwijd worden jaarlijks  2.000 nieuwe zeedieren ontdekt. Ongetwijfeld leven er in de Noordzee soorten die we nog niet kennen.”

T-d: Wat vind je zelf het mooiste plekje in Koksijde? 
Ingrid:
“Het spreekt voor zich dat mijn favoriete plek het strand is. Maar wanneer het in de zomer te druk is, wandel ik graag in de Noordduinen. Ook daar is heel wat te ontdekken en geniet ik van de rust.”

Afbeelding van een bruinvis (bron: Wikimedia Commons)

T-d: Heb je zelf een favoriete diersoort?
Ingrid:
“Dolfijnen vind ik prachtige en intelligente dieren. Ze behoren tot de oudste dieren op aarde. Hoe ze bewegen en communiceren vind ik fantastisch. Vooral in het voorjaar spotten we regelmatig bruinvissen voor onze kust. Je kunt ze zien wanneer je je wat hoger op een duin installeert. Neem je verrekijker en geniet.”
 

T-d: Is er een bepaalde soort die je graag nog in het echt zou zien?
Ingrid: “Er is één schelpdier dat ik nog graag eens levend zou vinden en het liefst op het Koksijdse strand: de ruwe boormossel. Dit tweekleppig schelpdier leeft in veen of hout. Je vindt regelmatig kleppen op ons strand, maar het volledige dier vond ik nog nooit. Bijzonder aan het schelpdier is, dat het naast de twee kleppen nog een derde schelpstukje heeft. Dit vind je bovenaan de schelp en houdt samen met de spieren de twee kleppen bijeen.”

Afbeelding van de ruwe boormossel (bron: Wikimedia Commons)