"54 jaar en de toewijding is nog niet verminderd. Integendeel." Zo begint het verhaal van Maurice Legein en Marina Stevelinck, twee namen die synoniem staan voor de rijke geschiedenis van de Oud-IJslandvaarders.

Het echtpaar begon met hun bijdrage aan de groep in 1969 en sinds 1978 nam Maurice de rol van voorzitter op zich. Een leiderschap vol passie en doorzettingsvermogen.

70 jaar Oud-IJslandvaarders

De Oud-IJslandvaarders herinneren ons aan de stoere vissers die de koude zeeën bij IJsland trotseerden. In 1950 stapten familie en vrienden van de Oud-IJslandvaarders in de typische visserskledij mee in de allereerste Garnaalstoet. De groep stond voor het eerst op de affiche van de stoet in 1953 en dat was ook het jaar dat visser Henri ‘Henri Becq’ Legein en zijn vrouw Maria Delanghe officieel de vereniging stichtten.

Dansen rond de tafel

Toen Maurice en Marina de leiding namen, bestond het dansrepertoire uit twee of drie dansen. Onder hun impuls werd het repertoire snel uitgebreid. "Wanneer we geschikte muziek hoorden, dansten we rond de tafel tot we een idee hadden dat goed genoeg was", zegt Marina. Met een hele groep rond de tafel dansen ging natuurlijk niet en daarom weken ze uit naar feestzaal Witte Burg, waar de groep nu nog steeds tweewekelijks repeteert met 38 talentvolle dansers.

Maurice en Marina staan er natuurlijk niet alleen voor. Edgard Samyn zet zich al sinds 1978 in als penningmeester. Verder hebben we ook nog Stefaan Pladys en Kristof Ryngaert die in het bestuur zetelen en zo dus meer dan hun steentje bijdragen aan de werking. En nog vele anderen…

Een bijzondere anekdote

Over de visserijfeesten in Audresselles – Georges Dorné en Charles Trentesaut vroeger vroegen de Oud-IJslandvaarders om te dansen op de visserijfeesten. Daar trokken ze naartoe samen met de wielerclub, die daar een tocht zou rijden. Daar aangekomen bleek dat de Visserijfeesten al een week voorbij waren.

Wat kan je dan beter doen dan iets gaan drinken? Ze waren uitgedost in de traditionele kledij. In het plaatselijke café hoorden de Oud-IJslandvaarders dat de dochter van een rijke industrieel diezelfde namiddag trouwde en dat heel het dorp uitgenodigd was voor de receptie. De Oud-IJslandvaarders trokken dan maar naar de kerk om de trouwers op te wachten en hen te verrassen met een paar traditionele dansen. Dat was een schot in de roos, want ze mochten ook naar de receptie. En daar waren de dansers natuurlijk niet in 1-2-3 buiten.

De wielerclub stond ondertussen al aan de bus te wachten, want hun rit was afgelopen. Georges Dorné en Charles Trentesaut kwamen hen dan maar halen, maar zij kenden die industrieel goed en bleven ook hangen. Resultaat: twee uur later dan gepland stonden de dansers aan de bus en de renners van de wielerclub gunden hen nog amper een blik.