De lente is nu toch al een tijdje in het land en dankzij het betere weer zien we terug meer ruiters met hun paarden in het straatbeeld.

Ook onze paardenvissers en huifkarren zijn terug van de partij. Dat zorgt voor mooie, herkenbare plaatjes.

Steeds vaker worden onze ruiters en garnaalvissers te paard ingehaald door auto’s aan gevaarlijk hoge snelheden – een risico voor mens én dier. De meeste exemplaren van deze edele diersoort zijn goed getraind, maar paarden kunnen altijd onverwachte bewegingen maken. Daarom is het belangrijk dat we allemaal samen rekening moeten houden met elkaar.

Wat kan je doen?

  1. Vertraag altijd en stop als je ziet dat het paard schrikt.
  2. Hou minstens 2 meter afstand met je auto. Zo voelen ruiter en paard zich niet opgejaagd.
  3. Rijd stapvoets als je een paard passeert: maximaal 20 km/u. En voeg pas in als je ver genoeg voorbij het dier bent.
  4. Maak geen lawaai: paarden schrikken van claxons, luide muziek, zware motoren en geroep.
  5. Vermijd plotse, hevige bewegingen. Denk aan lopen en zwaaien.
  6. Blijf altijd kalm en geduldig.