In een fietsstraat zijn fietsers uiteraard de belangrijkste bestuurders, maar gemotoriseerde voertuigen mogen er ook rijden. Hou dan wel rekening met de regels.

Het begin van een fietsstraat herken je aan dit bord. De fietsstraat loopt vanaf het bord tot aan het volgende kruispunt.

Fietsers

  • Fietsers mogen over de hele breedte van de rijbaan rijden, als de fietsstraat een eenrichtingsstraat is.
  • Fietsers mogen de volledige rechterrijstrook of rechterhelft innemen, als het om een straat met verkeer in beide richtingen gaat.
  • Fietsers mogen elkaar wél inhalen in een fietsstraat.
  • Fietsers mogen niet sneller dan 30 km/u rijden.

Bestuurders van motorvoertuigen (bv. automobilisten)

  • Bestuurders van motorvoertuigen mogen geen fietsers inhalen in een fietsstraat.
  • Bestuurders mogen niet sneller dan 30 km/u rijden.

Speedpedelecs

  • Speedpedelecs mogen wél andere fietsers inhalen in een fietsstraat.
  • Speedpedelecs mogen niet sneller dan 30 km/u rijden.

Voorrang

  • In fietsstraten geldt de normale voorrangsregeling op kruispunten.
  • Op kruispunten (zonder verkeerslichten of -borden en zonder agent), geldt de voorrang van rechts. Elke bestuurder moet voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen op een kruispunt (behalve op rotondes of als de bestuurder uit een verboden rijrichting komt).
  • Fietsers zijn ook bestuurders. Zij moeten altijd voorrang verlenen aan andere bestuurders (bv. fietsers, automobilisten en bromfietsen) die van rechts komen op kruispunten zonder lichten, borden of agent.

Parkeren

In een fietsstraat gelden de gewone parkeerregels of worden ze aangeduid door verkeersborden of wegmarkeringen. In fietsstraten geldt geen algemeen parkeerverbod, tenzij aangegeven door specifieke borden.