Ons land is sinds 1 januari voorzitter van de Raad van de Europese Unie en daar neemt ook Vlaanderen een nadrukkelijke rol in op.

Voor de gelegenheid liet de Vlaamse regering 2 relatiegeschenken maken die de flandrien illustreren. De eer is aan West-Vlamingen die uitblinken in vakmanschap: kunstenaar Fernand Vanderplancke uit Oostduinkerke en de familie Dedeken van textielfabrikant Verilin uit Heule (Kortrijk). "Ik vind het een eer", zegt Fernand. "Die beelden gaan heel Europa rond, want elke regeringsleider krijgt er 1."

Tij-dingen: Je bent nog altijd 4 uur per dag in je atelier? Werk je dan de hele tijd?

Fernand Vanderplancke: "Ik ben altijd bezig: ofwel met mijn handen, ofwel met mijn hoofd. Afgietsels maken, schetsen of in mijn atelier zitten om voeling te houden. Via mijn Weg der hoop wandel ik langs mijn huis naar mijn atelier. De slechtste periode van het jaar is voor mij de periode tussen kerst en nieuwjaar. Veel van mijn tijd wordt dan opgeslorpt door boodschappen of familiebezoek, ik bezoek liefst van al mijn atelier. (glimlacht)"

T-d: Je bent al meer dan 60 jaar kunstenaar, waar ben je het meest trots op?

Fernand: "Die beelden gaan heel Europa rond, want elke regeringsleider krijgt er 1. Het is een klein beeld en dat is moeilijker om te maken. Ik krijg sowieso nog een uitnodiging om naar Brussel te gaan om daar 1 van mijn beelden persoonlijk af te geven, ik weet wel nog niet aan wie. Een voornaam persoon. Meer uitleg kreeg ik nog niet."

T-d: Werk je het liefst in brons?

Fernand: "Eigenlijk wel. Houtbewerking is veel directer, als je daar een fout maakt, moet je opnieuw beginnen. In gips kan je nog corrigeren. Ik maak alleen de mallen. Brons gieten, gebeurt door de firma Mauquoy uit Grobbendonk, want in mijn atelier heb ik geen oven. Pas op, ik werk ook graag in hout, hoor. Op dit moment ben ik bezig aan de Blauwvoet, een beeld op vraag van de Vlaamse Vereniging voor Watersport. Een trofee voor een zeilkampioenschap."

T-d: Ik zie hier nog een paar bijzondere werken staan? Niet in brons, maar uit aluminium?

Fernand: "Dat zijn 10 beelden voor de herdenking, in juni, van de vliegtuigcrash in Oostduinkerke 80 jaar geleden. Je ziet de brokstukken van het vliegtuig, in aluminium, waaruit ik de kunstwerken maak. Guy Marteen groef die op met de hulp van zijn metaaldetector en bracht die naar mijn atelier. Na de herdenking worden die uitgedeeld aan de Amerikaanse ambassadeur en de familieleden."

T-d: In jouw atelier passeerde ook al heel wat 'schoon volk'?

Fernand: "Afgelopen vrijdag (het interview werd afgenomen op 20 december, red.) kwam Jan Jambon langs omdat hij mijn atelier wilde zien. Zijn kabinetschef Pol Van Den Driessche was ook mee, hij is een supporter van Cercle Brugge in hart en nieren. En het eerste wat Jan zei was: Pol, doe maar je ogen toe, want er staat hier een beeld van de Club. Ik maak ook de beelden die de uitploegen mee naar huis krijgen na een Europese match, vandaar. No sweat, no glory staat daar natuurlijk op in grote letters. In de loop der jaren kwamen veel politici langs: Martens, Dehaene, Leterme en Crevits. En niet alleen politici. Johan Museeuw ook en Will Tura."

T-d: In New York kennen ze jou ook?

Fernand: "In het Vlaams Huis liep een expo van mijn werk op de 38e verdieping van de New York Times Building. We waren daar op het moment dat de Ronde van Vlaanderen werd gereden. Al die Amerikanen wilden toen poseren met de trofee in hun handen. (lacht)"