Fernand Vanderplancke (84) maakt al sinds 1995 de trofee voor de mannelijke en vrouwelijke winnaar van de Ronde van Vlaanderen.

Ondertussen zit hij aan zijn 30e Ronde. In totaal heeft hij dus al zestig beelden voor de winnaars gemaakt. Nog tot 8 april 2023 loopt er een expo over die trofee in het concertgebouw van Brugge. Ook in Koksijde bewonder je binnenkort zijn werk: op 17 juni start een duotentoonstelling, met zijn zoon Geert, in kapel Rozenkrans. Tij-dingen fietste tot bij zijn atelier.

Tij-dingen: Je verwierf de meeste bekendheid door de trofee voor de Ronde van Vlaanderen. Ben je daar ook het meest trots op?

Fernand Vanderplancke: "Het blijft een bijzondere trofee en ik stop er elk jaar enorm veel energie in. De Ronde blijft ook een hoogdag in het wielrennen, zeker bij ons in Vlaanderen. Ik maak ook elk jaar een andere, dat is niet evident en ben er toch drie maanden mee bezig. Eerst schetsen maken, dan stukken weglaten en er opnieuw bijplakken. Tot ik het juiste resultaat heb."

T-d: Het is de dertigste keer dat je voor de trofee zorgde. Hoe kwamen ze bij jou terecht?

Fernand: "Ik maakte vroeger de trofee voor Sportman en -vrouw van het jaar. Die werden uitgereikt door Bloso (nu Sport Vlaanderen, red.). Ook voor de zeilkampen en het wereldkampioenschap zeilen maakte ik de bekers en zo kwam dat op gang. De Vlaamse overheid nam in 1995 contact met me op, want zij organiseerden toen nog de Ronde, daarna was dat Het Nieuwsblad en nu Flanders Classics. Ondertussen heb ik zestig trofeeën gemaakt. Niet mis, ."

T-d: Ben je zelf een koersfanaat?

Fernand: "Absoluut, ik fiets zelf nog altijd. Minstens 20 km per week en als ik een goeie dag heb, zit daar nog een rit van 40 km tussen. Meestal trek ik naar De Moeren. Pas op, ik zal geen eerste prijzen meer winnen, maar fietsen is mijn lang leven. Mijn favoriete renners? Van Aert en Kopecky, sterke renners allebei. Annemiek Van Vleuten (Nederlandse topwielrenster, red.) zei me dat mijn trofee de enige is die in haar living staat, de rest bewaart ze in de garage van haar moeder. (lacht) Ook Tom Boonen liet in Humo weten dat mijn trofeeën een ereplaats krijgen in zijn woonkamer. Dat doet deugd."

T-d: Heb je nog andere hobby’s of slorpt de kunst al je tijd op?

Fernand: "Nee, behalve het lezen van kunstboeken misschien. Schetsen maken ook en medailles, maar dat doe ik veel minder dan vroeger."

T-d: Hoe oud was je toen je voor het eerst beeldende werken maakte?

Fernand: "Mijn vader was kunstsmid, hij maakte lantaarns en tafels in smeedijzer, ik hielp met hem mee. Op mijn achttiende trok ik naar de academie in Brugge. Toen ik twintig was, deed ik mee aan mijn eerste expo, een groepsexpo was dat in Brugge. En zo is dat blijven groeien."

T-d: Vanaf 17 juni zijn je werken ook te zien in Oostduinkerke, samen met je zoon Geert. Je hebt de passie aan hem doorgegeven?

Fernand: "Hij heeft als jongen veel bij mij gewerkt en mij geholpen. Zo heeft hij dat opgepikt. Pas op, ik moei me niet met zijn werk , ik laat hem doen en hij doet dat goed. Die duotentoonstelling is daar het bewijs van."

Op de vensterbank staan trofeeën van de Ronde van Vlaanderen en de Flandrien – allemaal kunststukjes van Fernand Vanderplancke 

Tom Boonen in Humo

T-d: Je bent afkomstig uit Brugge. Vanwaar de keuze voor de zee?

Fernand: "De liefde bracht mij zestig jaar geleden naar Koksijde. Ik leerde mijn vrouw, Liliane, kennen in het KEI. In 1963 bouwden in de duinen en ik woon daar nog altijd. Ook mijn atelier ligt daar, een plek waar ik elke dag naartoe ga. Niet altijd om te beeldhouwen, maar soms ook om daar te zitten, ik moet contact houden."

T-d: In het stadhuis in Brugge loopt nog een expo over jou. Welke werken zijn er te zien?

Fernand: "Die expo gaat uitsluitend over de trofee voor de Ronde van Vlaanderen. Die is daar nog tot 8 april te zien. Mijn schetsen hangen er ook: over de koers en de schetsen die ik maakte tijdens het ontwerpen van de trofee."

T-d: Op 23 februari was er een sportavond waar ze jouw trofeeën voorstelden. Hoe was dat?

Fernand: "De burgemeester van Brugge heeft me gevierd en dat is toch bijzonder. Er zat 1.000 man in de zaal en mijn twee beelden stonden vooraan. Blinkend achter glas."

Pas op, ik zal geen eerste prijzen meer winnen, maar fietsen is mijn lang leven

T-d: Je bent ook de man achter de Flandrien-trofee?

Fernand: "Ik maak die ook al twintig jaar ondertussen. Vroeger werd die uitgereikt aan de beste wielrenner van het jaar, nu komen alleen nog Belgische renners in aanmerking. Dat is wel altijd dezelfde trofee, ik zou het liever anders willen, maar Het Nieuwsblad (de organisator van de Flandrien, red.) wil altijd dezelfde. Ik maak die op basis van dezelfde moule."

T-d: Welke projecten liggen er nog op stapel?

Fernand: "Ik blijf bezig. De mensen komen naar mijn atelier om opdrachten te geven. Zo plaatste ik onlangs nog een werk in Sint-Andries. Vroeger kwamen de mensen ook langs om de trofee voor de Ronde te zien, ze namen dan een foto terwijl ze die in hun handen hielden. Maar dat doe ik niet meer, de organisatoren houden die primeur liever voor zichzelf. (lacht)"