Het Hannecartbos werd in de jaren twintig van vorige eeuw aangelegd op een gebied van graslanden en duinakkers. De toenmalige eigenaar, de familie Hannecart, wilde een jachtdomein maken. Begin jaren 80 kocht de overheid het Hannecartbos (32 hectare) aan. Het wordt beheerd door het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos. Boswachter Guy Vileyn zorgt voor dit prachtig stukje natuur. Reden genoeg voor Tij-dingen om hem op te wachten.

Tij-dingen: Als we het woord boswachter horen, denken we spontaan aan sprookjes waarin jullie een hoofdrol opeisen. Wat doet een boswachter?

Guy Vileyn: "Als boswachter sta ik in voor het voorbereiden, opvolgen en uitvoeren van terreinbeheer van duin-, bos- en natuurgebieden van het Agentschap voor Natuur en Bos. Daarnaast zorg ik voor toezicht en communicatie op het terrein om de doelstellingen van het terreinbeheer mee te realiseren. Boswachters zijn de ambassadeurs van de natuurgebieden. Waar het kan, stellen wij de gebieden open voor bezoekers en recreatie, altijd met respect voor de natuur. Hiervoor is ook toezicht nodig. Ik zorg dat recreanten de toegankelijkheidsregels respecteren. Via een beurtrolsysteem doe ik ook dienst in het weekend voor de ganse regio Kust -Westhoek. Bij inbreuken volgt een mondelinge of schriftelijke waarschuwing en in ergere gevallen een verslag van vaststelling met boete als minnelijke schikking. Dan heb je ook nog de zogenaamde bosbehandelingen zoals hameringen en bestandsmetingen met collega-boswachters in regio Kust Westhoek. Zo help ik mijn collega-boswachter uit Heuvelland bij het aanduiden van bomen die andere bomen hinderen. Die worden dan gekapt en verkocht. Die collega helpt mij dan in de bossen die onder mijn beheer vallen. Voor het beheer van de paden reken ik op een terreinploeg. Tweewekelijks zit ik samen met de ploegbaas om werktaken in te plannen. Na de uitvoering ga ik dan op het terrein na of alles volgens de afspraken werd uitgevoerd en of dat voldoende was. Niet alles doen we in eigen beheer en dan doen we een beroep op externe aannemers die uiteraard ook door mij worden opgevolgd en bijgestuurd. Monitoring van aanwezige flora en opvolging van gebruiksovereenkomsten met landbouwers horen er ook bij. Zoals bij veel beroepen is de administratieve last gestegen. In vergelijking met mijn vader − die o.a. boswachter was in het Vrijbos in Houthulst − kom ik minder op het terrein en zit ik meer achter mijn computer."

Guy Vileyn

Boswachters zijn de ambassadeurs van de natuurgebieden

T-d: Het Hannecartbos is redelijk jong. Vergt dat meer onderhoud?

Guy: "Het is inderdaad een recent aangeplant bos (vooral tussen 1935 en 1955). Door de korte levensduur van populieren en elzen − die worden maximaal 100 jaar − staan er veel veteraanbomen die meer zorg nodig hebben. Bij een bos met veel wandelaars en fietsers zoals het Hannecartbos moeten we extra alert zijn: wegnemen van dood hout dat boven de paden hangt, verwijderen en verzagen van (door de eigen terreinploeg of gespecialiseerde aannemers zoals European Tree workers) takken of bomen die de paden versperren. Een ouder, minder vitaal bos kost dus meer onderhoud, zeker als recreatieve paden dat bos doorkruisen of als er woningen in de buurt liggen."

T-d: Is een jong bos beter of slechter bestand tegen droge periodes?

Guy: "Of een bos  beter of slechter bestand is tegen droogte hangt niet alleen af van de leeftijd. Zo houdt een kleibodem het vocht meer vast dan zand en is een bos op een zanderige bodem gevoeliger voor droogte. In een oud bos is de humuslaag dikker en die houdt vocht beter vast. Als het bos groot genoeg is, ontstaat centraal een microklimaat waar het koeler en vochtiger is dan aan de rand. Kleine versnipperde bosjes zijn dus droogtegevoeliger. Sommige boomsoorten zoals fijnspar zijn zeer gevoelig voor droogtestress en daarom is het beter om die niet meer aan te planten in bos. De meeste van onze inheemse bomen zijn goed bestand tegen droogte als ze in hun jeugd voldoende beschut worden door oudere bomen en samen met andere soorten worden aangeplant. Bij gemengde bossen worden de risico’s gespreid over veel boomsoorten: zo worden bepaalde misschien zeldzamer, maar het bos blijft wel bestaan."

T-d: Welke boomsoorten groeien er (het meest)?

Guy: "Zwarte els, grauwe els, populier en gewone esdoorn zijn de hoofdsoorten in het Hannecartbos. Doordat de elzen en populieren een levensduur hebben van ongeveer honderd jaar sterven er nu veel af. Gewone esdoorn groeit dan spontaan in de plaats. Deze boomsoort heeft wel de neiging om massaal zaden te produceren zodat op de bosbodem veel kiemplantjes groeien en er geen plaats is voor andere soorten. Om een meer gemengd en gevarieerd bos te krijgen, plant ik andere soorten aan in groepjes (kloempen): steelolm, haagbeuk, Europese vogelkers, winterlinde en zoete kers."

Guy Vileyn

Bij een bos met veel wandelaars en fietsers zoals het Hannecartbos moeten we extra alert zijn

T-d: Er stroomt een duinbeek door het bos? Uniek?

Guy: "Dat is inderdaad redelijk uniek voor onze kust. Bij mijn weten stroomt alleen nog een duinbeek in de Zwinduinen in Knokke-Heist. Onze Beek zonder Naam ontvangt zoet kalkrijk grondwater uit de omringende duinen (Ter Yde en Oostvoorduinen) en voert het water af vanuit het Hannecartbos en via de Lenspolder naar de IJzergeul om uit te monden bij het Kattesas. De grondwaterstand in het bosgebied bleef vrijwel ongestoord."

T-d: De voorbije jaren heeft het Agentschap Natuur en Bos heel wat omgevingswerken uitgevoerd. Wat staat er nog op de planning?

Guy: "Op korte termijn staat de inrichting van de oostzijde van de Oostvoorduinen, het duinengebied ten zuiden van de Polderstraat en de Nieuwpoortsteenweg, op de planning. Hierbij voorzien we o.a. het graven van poelen voor de grazers in de graasblokken, de aanleg van een wandelpad om zo de verbinding over de Polderstraat te maken met de centrale dreef en de wandelpaden in het Hannecartbos. Iets verderop in de tijd richten we andere duinengebieden zoals Hoge Blekker, Plaats-, en Schipgatduinen conform het beheersplan LIFE Flandre beter in."

T-d: Er broeden ondertussen ooievaars in het Hannecartbos. Zijn er nog andere (zeldzame) dieren of planten die terugkeren?

Guy: "Naast de kolonie blauwe reigers van ongeveer dertig koppels jaagt ook regelmatig een boomvalk op prooien boven de hooilanden. Van de planten die na de inrichtingswerken terugkeerden, zijn parnassia en gulden sleutelbloem de voornaamste."

T-d: In welke andere bossen ben je ook nog boswachter?

Guy: "Door een interne reorganisatie ben ik, naast de Westkust, ook boswachter in de bosgebieden Hoge dijken in Oudenburg, Bloemendaele in Sint-Andries (Brugge) en Hagebos in Zuienkerke. In een bosarme regio als de onze beperkt het werk van een boswachter zich niet alleen tot bossen, maar beheren we ook duin- of poldergebieden."

T-d: Heb je een favoriete boom of plant?

Guy: "Mijn favoriete boom is de olm of de iep. Een inheemse en streekeigen boomsoort die veel minder bekend is dan eik of beuk, maar veel gebruikstoepassingen heeft. Jammer genoeg is de olm gevoelig voor ziektes en daardoor praktisch verdwenen uit onze streek. Olmenhout lijkt een beetje op eik en moet daar niet veel voor onderdoen. Vroeger werd het beschouwd als eikenhout voor de armere man. In het Calmeynbos in De Panne groeien nog mooie exemplaren van de minder ziektegevoelige steelolm. Die olmensoort plant ik ook in groep aan in het Hannecartbos. Bij de planten vind ik parnassia vrij bijzonder. In Vlaanderen is de witte en laatbloeiende parnassia heel zeldzaam en groeit die bijna uitsluitend aan de Westkust. De soort komt voor in duinpannes of vochtige kalkrijke duinvalleien in combinatie met andere droogtegevoelige plantensoorten. In het binnenland ligt de enige natuurlijke groeiplaats in natuurreservaat Het torfbroek. Op de vochtige hooilanden van het Hannecartbos groeit ook een kleine populatie."

Guy Vileyn
Guy Vileyn
Guy Vileyn